Er zijn meer dan 340 soorten Galmuggen in Nederland, terwijl er 620 uit het buurland Duitsland en 836 uit de U.K worden gemeld. De Nederlandse galmuggen soortenlijst kan naar verwachting bij verder onderzoek nog sterk groeien.
De galmuggen worden onderverdeeld in drie subfamilies. De subfamilie Cecidomyiinae is verreweg de grootste met meer dan 300 soorten, die allen kenmerkende gallen vormen op blad of stengel. De meeste soorten uit deze subfamilie is planteneter (phytophagous). Iedere soort heeft zijn eigen waardplanten of verwanten groep van planten. De andere twee subfamilies Lestremiinae (20 soorten) en Porricondylinae (15 soorten) zijn niet galvormend.
De meeste galmuggen zijn erg klein 1-3 mm, een enkeling bereikt grootte van meer dan 10 mm. De maximum grootte is 15 mm. Characteristiek zijn de lange antennes met meestal 12-14 antenne leden elk met krans van afstaande haren. Een klein aantal heeft minder of meer antenneleden tot maximaal 40. De vleugel heeft een karakteristieke simpelvleugeladerpatroon. De schenen hebben geen borstelharen/ sporen, op het ondereinde (apikaal). Het vrouwtje heeft een telescopisch uitschuifbare legboor (ovipositor).
Galmuglarven zijn er in verschillende groepen. Sommige vind men op paddenstoelen, op afstervend hout, op specifieke planten (waardplanten). Een aantal larven leeft als roofdier (predator) op larven van andere insecten. De larven zijn 2-2.5 mm lang en kunnen wit, geel, oranje of rood van kleur zijn.
Er zijn erg weinig natuurfoto's van galmuggen. De galmuggen kunnen vrijwel allemaal niet op soort ge-identificeerd worden van foto,s. Uitzonderingen zijn soorten die op de foto komen terwijl ze aan het eileggen zijn, en de soortnaam van de waardplant, paddenstoel/ houtzwam of larve van andere insecten bekend is. Veel galmuggen zijn wel goed op soort te brengen aan de hand van foto's van waardplanten en hun karakteristieke beschadigingen, vergroeiingen en vraatplaatsen van larven en rustplaatsen van poppen. Op de foto moeten de poten goed te zien zijn of er wel of niet sporen voorkomen op de schenenn, en details van de kop om het aantal antenneleden te tellen. Een foto van de vleugeltekening van boven, van de flank en het achterlijf.
De Galmuggen kunnen gemakkelijk verward worden met Paddenstoelmuggen. De Paddenstoelmuggen Mycetophilidae (226 soorten) hebben grote sporen op het uiteinde van de schenen. Zie foto voor het verschil tussen een paddenstoelmug en een galmug.
Verwarring kan er ook zijn met soorten van de families de Keroplatidae (34 soorten), Bolithophilidae (8 soorten), Diadocidiidae (2 soorten), en Ditomyiidae (2 soorten).
Websites; De website Gallen in Nederland is zeer informatieve website over Nederlandse gallen.
Mike Hackston heeft hier een ingang naar zijn vele determinatiesleutels .