De naam blaaskopvliegen spreekt voor zich. Veel soorten hebben vergrote kopdelen in de wang regio.
VELDTABEL CONOPIDAE BLAASKOPVLIEGEN JOHN SMITDe belangrijkste weetjes en sleutel tot de soorten kun je in bovenstaande publicatie vinden.
Als aanvulling iets meer over de biologie van deze uitzonderlijke familie van Blaaskopvliegen. Ze zijn nogal afwijkend van andere vliegenfamilies en worden als aparte superfamilie Conopoidea beschouwd.
Ze parasiteren op levende bijen, wespen en hommels. Ze hebben een speciaal orgaan het "klampje" (Engels "theca") onderaan de buik op het 5 en 6 de sterniet (onderbuiksegment). Het is een soort van grijp- en snijorgaan waarmee ze in de vlucht de bij, hommel of wesp vastkampen en als met een blikopener de rug open snijden en er vervolgens een eitje in het achterlijf van de bij, wesp of hommel te leggen. dit eitje groeit uit tot een larve die groeit in het achterlijf van de bij, wesp of hommel totdat de bij, wesp of hommel vervroegd dood gaat en de larve volgroeid zich verpopt. (naar ik aan neem buiten de bij, wesp of hommel in de aarde??)
De blaaskopvliegen hebben gebogen of zeer buigzaam achterlijf voor het afzetten van eitjes met hun legbuis die naar voren moet steken om bij het klampje het eitje door de vrijgemaakte opening te deponeren.
De blaaskopvliegen zijn nectar eters en frequente bloembezoekers. Ze hebben lange zuigtongen, sommige recht, anderen geknikt en een paar zelfs dubbelgeknikt. Ze kunnen hierdoor het dieper gelegen nectar in lipbloemigen en andere bloemen goed bereiken.
De gastsoorten waarop ze parasiteren zijn ook bezoekers van dezelfde soorten bloemen en worden vaak in de buurt van deze bloemen gespot en belaagt.
Er zijn 37 soorten Blaaskopvliegen. De meest algemene soorten zijn het Roestbruine Kromlijfje Sicus ferrugineus en het Gewone Knuppeltje Physocephala ruficeps. De Myopa soorten zijn hoofdzakelijk vroege lentesoorten die je veelal kunt vinden op bloeiende wilg, sleedoorn en meidoorn.
Sommige soorten zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. De Myopa soorten bijvoorbeeld hebben karakteristieke kleine verschillen in de vleugeltekening. Goede detailfoto's van de vleugels kunnen soms uitsluitsel geven. Check de tabel en zie welke kenmerken duidelijk op de foto moeten staan voor verschillende soorten.
Foto's zijn nodig van de vleugels maar vooral ook van het zijaanzicht voor de vorm van de kop, de vorm en lengte van de antenne en de lange zuigtong. Sommige soorten worden onderscheiden op basis van de vorm van het klampje, details die je in de natuur niet op de foto krijgt en alleen via microscopisch onderzoek te onderscheiden zijn.
Sommige soorten lijken op hun gastheer de wespen en bijen. Ook zijn er binnen de familie van zweefvliegen soorten waarmee verwarring kan ontstaan zoals de Snuitvlieg Rhingia. Lange steeksnuiten/ zuigtongen komen ook voor bij de Bombylidae Wolzwevers en Milichiidae en Empididae voor maar verwarring met deze vliegen ligt minder voor de hand.
Overzicht Conopidae soorten op waarneming.nl
Update over naamgeving Conopidae en voorkomen van soorten in Nederland (bron: Beuk, P.L.Th., 2015. Family Conopidae. On: Beuk, P.L.Th. (Ed.): Checklist of the Diptera of the Netherlands: http://www.diptera-info.nl/news.php?fam=Conopidae.
VELDTABEL CONOPIDAE BLAASKOPVLIEGEN JOHN SMIT