Basterdbreedvoetvliegen Weetjes
Er is maar één soort Opetiidae namelijk Opetia nigra.
De Opetiidae zijn nauw verwant aan de Platypezidae Breedvoetvliegen. Het onderscheid zit in de vleugeladering. Bij Platypezidae bereikt de onderste vleugelader (A1+CuA2) de vleugelrand (zie foto's boven), terwijl deze bij Opetiidae de vleugelrand niet bereikt.
De Breedvoetvliegen zijn te vinden op en in de buurt van paddenstoelen, en zijn bijna uitsluitend waar te nemen in de herfst. Opetia nigra komt in verschillende typen bos voor, vermoedelijk vooral vochtig bos. De larvale habitat is onbekend. Wij vonden ze aan de bosrand van berken-dennenbos op de Hoge Veluwe, en in vochtig parkbos op venige grond achter de binnenduinzone.
De Opetia nigra loopt zowel op als onder het blad, terwijl de Platypezidae alleen boven op het blad lopen/rennen. De gelijkende Phoridae rennen zowel boven op het blad als onder het blad.
De levende Opetia nigra heeft mooie rode-roodbruine ogen. Deze kleur vervaagt snel bij de dode specimen.
De Platypezidae (Breedvoetvliegen), de Phoridae (Bochelvliegen), de Agromyzidae (Mineervliegen) en de Empididae en Hybotidae (Dansvliegen) gelijken op Opetiidae (Basterdbreedvoetvliegen).
Menno Reemer en Herman de Jong hebben een tabel opgesteld (2016) en geven gedetailleerde informatie.Andere Bronnen